Dienstwoning, huisvesting en inwoning

Als u een woonruimte ter beschikking stelt aan een werknemer, kan een nihilwaardering van toepassing zijn. Wat zijn de voorwaarden?

Als u een woonruimte ter beschikking stelt aan een werknemer, kan een nihilwaardering van toepassing zijn. Hiervoor gelden voorwaarden. Voldoet de werkgever niet aan de voorwaarden, dan moet de werkgever een bedrag bij het loon tellen. De hoogte van deze bijtelling is afhankelijk van de situatie.

Situatie 1: Huisvesting en inwoning in het kader van de dienstbetrekking
Stelt de werkgever huisvesting op de werkplek ter beschikking, dan geldt de nihilwaardering als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

Dit geldt bijvoorbeeld voor:

De nihilwaardering geldt ook voor de verstrekking van energie, water en bewassing.

Situatie 2: Huisvesting en inwoning niet voor de dienstbetrekking
Voldoet de huisvesting op de werkplek niet aan de voorwaarden van de nihilwaardering, dan rekent u hiervoor een normbedrag van € 5,70 per dag tot het loon van uw werknemer. Dit normbedrag is inclusief de verstrekking van energie, water en bewassing. Als u de huisvesting ook verstrekt aan 1 of meer gezinsleden van de werknemer, wordt het bedrag niet hoger.

Eindheffingsloon
U kunt dit loon ook als eindheffingsloon aanwijzen als voldaan wordt aan de gebruikelijkheidstoets. In dat geval is administratie per werknemer niet meer nodig. U vermenigvuldigt het aantal werknemers met het aantal dagen dat u de huisvesting verstrekt en met het normbedrag van € 5,70 per dag. Het normbedrag van € 5,70 per dag geldt per werknemer.

Voorbeelden
Het normbedrag is bijvoorbeeld van toepassing bij:

Situatie 3: Dienstwoning
Er is sprake van een dienstwoning als de werknemer een woning ter beschikking krijgt voor de behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. De werknemer moet zijn werkzaamheden verrichten vanuit de dienstwoning en kan redelijkerwijs niet van het gebruik van de woning afzien.

Voorbeelden
Bij dienstwoningen kunt u denken aan:

De waarde van het genot van de ter beschikking gestelde dienstwoning is loon van de werknemer.

Hiervoor gaat u uit van de huurwaarde in het economische verkeer met een maximum van 18% van het jaarloon van uw werknemer bij een 36-urige werkweek. Bij een vaste arbeidsduur van minder dan 36 uur per week moet u het loon herrekenen tot 36 uur.

Let op:

Voorbeeld
De werknemer woont in een dienstwoning en heeft een maandloon van € 3.200. Hij werkt 32 uur per week. De vakantietoeslag is 8%. Het jaarloon van uw werknemer is: (12 x 36/32 x € 3.200) + (12 x 36/32 x 8% van € 3.200) = € 46.656. Dit is per maand € 3.888. De huurwaarde in het economische verkeer van de dienstwoning is maximaal € 699,84.

Hogere huurwaarde
Als de huurwaarde van de dienstwoning hoger is dan het bedrag dat uw werknemer normaal gesproken aan huur zou uitgeven, kan hij de Belastingdienst niet vragen de lagere besparingswaarde vast te stellen.

Eindheffingsloon
De huurwaarde in het economische verkeer van de dienstwoning kunt u niet als eindheffingsloon aanwijzen. Dit is verplicht werknemersloon.

Hierop gelden 2 uitzonderingen:

Situatie 4: Woning niet in het kader van dienstbetrekking
Als de werkgever een woning aan een werknemer ter beschikking stelt of de kosten van die woning vergoedt, is dit loon van de werknemer. Voor de waarde van deze terbeschikkingstelling of vergoeding gaat u uit van de huurwaarde in het economische verkeer. Dat is de huur die betaald zou moeten worden als de woning zou worden verhuurd.

Eindheffingsloon
De huurwaarde in het economische verkeer van de woning kunt u niet als eindheffingsloon aanwijzen. Dit is verplicht werknemersloon.

Hierop gelden 2 uitzonderingen: